De voordeur, de achterdeur en ramen op de benedenverdieping: dit zijn de drie belangrijkste plekken waar inbrekers een woning binnenkomen. Inbraakwerende veiligheidssloten en hang- en sluitwerk vergroten het gevoel van veiligheid. Dus check in elk geval die plekken.

1. Check de sloten op de voordeur.

Als je aanbelt, zie je aan de voordeur meteen welk soort slot er op de deur zit. Oudere woningen hebben vaak een oplegslot of een eenvoudig insteekslot. Wil je een inbraakwerend slot, adviseer dan een veiligheidsslot met SKG®-logo met 2 of 3 sterren. Nog beter is een meerpuntssluiting. Daarmee vergroot je de inbraakwerendheid. Voor een extra veilig gevoel kun je nog een anti-inbraakstrip plaatsen. Dat schrikt inbrekers af.  

2. Check de sloten op de achterdeur.

Maar liefst 36% van de inbrekers komt de woning binnen via de achterdeur. Loop dus meteen even door naar die achterdeur. Heeft het slot een SKG®-logo met 3 sterren, dan is het goed. Je kunt de bewoner adviseren om raamboompjes te monteren op de deur, als die er nog niet op zitten. Raamboompjes mét haak, sleutel en SKG-keurmerk sluiten de deur goed af. Controleer als laatste nog de scharnieren. Adviseer scharnieren met dievenpennen als je die niet zit zitten.

3. Check de ramen.

Niet vergeten: de ramen op de benedenverdieping. In ruim 20% van de inbraken komt een dief via het raam binnen. Daarom kun je ramen beveiligen met raamboompjes. Voor draairamen adviseer je boompjes met SKG-logo met 1 ster. Klepramen kun je het best beveiligen met raamboompjes met SKG-logo met 2 sterren. Wil je het helemaal afmaken, dan loop je ook de ramen op de bovenverdieping nog even na op dezelfde punten.  

Advies nodig over sloten?

Wil je zeker weten of de sloten en het hang- en sluitwerk van een woning voldoende inbraakwerend zijn? Vraag advies aan een specialist van Mastermate. We denken graag met je mee en helpen je bij de keuze van het juiste hang- en sluitwerk en inbraakwerende maatregelen.